Wat de zorg kan leren van... kerstdiners!
Deze blog is geschreven door Joris Arts.
Vorige week kondigde ik aan twee weken pauze te nemen van mijn blogreeks. Toch kon ik het niet laten om met de kerstdagen in aantocht nog één keer achter mijn toetsenbord te kruipen. Want deze tijd van het jaar bracht me terug naar een blog van een paar jaar geleden. Tobias Camps, Directeur Zorgcatering bij Hutten, schreef toen een inspirerend stuk over wat de zorg kan leren van het kerstdiner. En dat is simpelweg te mooi om niet te delen.
Met zijn toestemming presenteer ik deze week een special edition: zijn blog die ons laat zien hoe de magie van kerst ook de zorg kan verrijken. Geniet ervan en alvast hele fijne feestdagen!
Als je een beetje op mij lijkt heb je de afgelopen feestdagen minstens één keer te veel gegeten of te veel opgeschept. Ik kan juist wat kilo’s kwijt op het moment en toch heb ik me weer (te) vol gegeten.
Veruit het grootste gedeelte van mijn werkende leven ben ik bezig met het onderzoeken en verbeteren van hoe patiënten en cliënten ‘de juiste’ hoeveelheid eten aangeboden krijgen en consumeren. Dat gaat vaker over ondervoeding dan over mijn/ onze jaarlijkse kersttraditie van overvoeding. Nu lees ik graag de column van Joris Arts - (ex) ziekenhuisapotheker en bestuurder/toezichthouder in de zorg - genaamd ‘Wat de kan zorg leren van…’, met telkens een nieuwe branche of thema gekoppeld aan verbetering van de zorg in algemene zin. Met mijn riem nog op het laatste gaatje en geïnspireerd door de columns van Joris dacht ik: aan al dat overeten tijdens kerst moet toch een wetenschappelijke les te onttrekken zijn die toepasbaar is binnen klinische voedingszorg?
Sensory specific satiety
Dus ik ging op zoek... Hetzelfde gerecht eten leidt tot meer verzadiging met ieder hap die je neemt, of andersom benaderd: de eerste hap van iets is het lekkerst en iedere volgende hap smaakt net wat minder totdat je lichaam het sein geeft dat iets onsmakelijk begint te worden. Dat wordt ‘sensorieke specifieke verzadiging’ genoemd. Met kerst bereiden we doorgaans een grotere variatie aan (bij)gerechten en gangen. Daardoor blijf je wisselen van eten en is de kans dat je lichaam later een verzadigingsprikkel geeft groter.
In het experiment ‘Pleasantness changes and food intake in a varied four-course meal’ (1) wordt dit fenomeen op een leuke manier bewezen. Één groep krijgt een viergangendiner van vier dezelfde maaltijden en één groep krijgt een viergangendiner van vier verschillende maaltijden. De tweede groep met variatie in maaltijden had een calorische inname die 60% hoger lag. Dat is precies zoals ik mij voelde derde kerstdag!
De Engelsen hebben er een leuke naam voor: pudding stomach of dessert stomach en de bekendere uitspraak ‘there is always room for dessert’. De reden hierachter is zoals het Nederlandse spreekwoord al verraadt, verandering van spijs doet eten.
Sociale factoren
Met wie je eet, hoeveel zij op een bord scheppen en hoeveel eten op tafel staat, stelt een sociale norm. Je bent dan sneller geneigd ook meer op te scheppen. Dat we met kerst enorm ‘uitpakken’ is een gewoonte geworden. Naast deze randvoorwaarde – een overvloed aan eten – eten we ook nog eens meer wanneer we in sociaal gezelschap verkeren dan wanneer we alleen zijn (2).
Maar wat als de maag groter is dan de ogen?
Binnen (klinische) zorg kennen we meer problematiek rondom ondervoeding dan overvoeding. De verhoogde voedingsbehoefte door ziekte of klinisch ingrijpen in combinatie met een verminderde eetlust en te weinig bewustzijn van de eigen voedingsbehoefte leidt tot inadequate voorziening van de voedingsbehoefte. Dat meer (kleinere) gerechten over de dag tot een betere voedingsinname leidt wordt inmiddels breed erkend, en gelukkig ook steeds vaker als uitgangspunt gehanteerd tijdens assortimentontwikkeling of aanbesteding. Dat educatie en informatie op zichzelf al leidt tot een hogere voedingswaardeninname staat voor mij ook niet ter discussie.
Juist dat sociale samenzijn rondom eten en drinken, dat is een onderbelicht thema in hoe wij in ziekenhuizen, revalidatieklinieken en in mindere mate binnen verzorg- en verpleegtehuizen voedingsconcepten inrichten. Daar is een wereld te winnen als we in staat zijn ook sociologische wetenschappelijke inzichten leidend te laten zijn bij concept- en assortimentontwikkeling.
Met die warme kerstgedachte en het goede voornemen mij daar volgens jaar hard voor te maken ga ik mij klaarmaken voor een heerlijk viergangendiner op 31 december. Gezien mijn tweede goede voornemen wat af te vallen en in relatie tot dit recente wetenschappelijke inzicht denk ik aan vier gangen knolselderijsoep, en dan natuurlijk in m’n eentje.
Fijn oud en nieuw en de beste wensen allemaal!
Tobias Camps
1 B J Rolls, P M Van Duijvenvoorde, E T Rolls, 1984, pleasantness changes and food intake in a varied four-course meal’
2 C Peter Herman, 2015, The social facilitation of eating. A review
Dank je wel dat ik jouw leerzame en inspirerende blog mocht plaatsen Tobias Camps, Directeur Zorgcatering Hutten!
Benieuwd naar nog meer voorbeelden en wilt u ook zelf aan de slag gaan met het leren van andere sectoren? Bestel dan mijn boek ‘Wat de zorg kan leren van … - 46 eyeopeners uit andere sectoren’ via deze link.