Wat de zorg kan leren van... GGZ Breburg

07 mei 2025

Deze blog is geschreven door Joris Arts.

Soms moet je iets compleet anders doen. Niet een beetje tweaken, maar rigoureus de spelregels herschrijven. Dat is precies wat GGz Breburg deed met de introductie van de Mentale Gezondheidscentra (MG’s). En zoals bij elke innovatie: het was spannend, het had geen blauwdruk en het vroeg om lef. Maar dat kan ook niet anders met zulke grote ambities: kortere wachttijden, betere zorg op de juiste plek en een meer geïntegreerde aanpak. Wat kunnen we hiervan leren voor de zorg in het algemeen? Ik sprak hierover met Elke van der Sterren. Zij is directeur bedrijfsvoering bij GGz Breburg.

Van hokjes naar hulpvraag

De traditionele ggz is ingedeeld in diagnoses en specialisaties. Dat heeft voordelen: specialistische (evidence based) zorg wordt mogelijk. Maar er kleven ook grote nadelen aan. Veel cliënten kampen niet met één losstaand probleem, maar met een combinatie van psychische, sociale en soms ook lichamelijke klachten. Toch moeten ze passen in een vastgestelde DSM-diagnose, vaak zonder dat eerst is gekeken naar de bredere context van hun situatie. En zo ontstaan lange wachttijden en een systeem waar mensen soms maanden moeten wachten om er vervolgens achter te komen dat ze op de verkeerde wachtlijst staan.

GGz Breburg besefte: zo kunnen we niet verder. Samen met cliëntenraden, huisartsen en interne collega’s bedachten ze een alternatief. De kernvraag werd: ‘Wat heeft deze persoon nodig en waar moet het voor hem/haar over gaan?’ in plaats van ‘Welke stoornis past hierbij?’. En daarmee ontstond een heel nieuw concept: het Mentale Gezondheidscentrum (MG). Dat ging niet van de ene op de andere dag. Voorafgaand aan de implementatie heeft de organisatie meerdere jaren geëxperimenteerd met vernieuwende werkwijzen onder de noemer Reis van de cliënt. Zo was er bijvoorbeeld een pilot rondom consultatie, waarbij werd onderzocht hoe professionals hun expertise beter konden delen met andere zorgaanbieders. Een andere pilot richtte zich op samen beslissen, waarbij cliënten actiever betrokken werden bij de keuze voor de best passende hulpverlening. De inzichten uit deze en andere experimenten vormden de bouwstenen voor de MG’s zoals ze nu functioneren: een aanpak die niet gebaseerd is op aannames, maar op praktijkervaring en bewezen effectiviteit. Waarbij ze continu doorontwikkelen met hun netwerkpartners volgens hun transformatieplan. Want alleen kunnen ze het al lang niet meer, samenwerken met zorg- en sociaal domein partners is cruciaal.

De kern van de MG’s: eerst luisteren, dan doen

Een van de meest vernieuwende aspecten van de MG’s is het verkennend gesprek (VG). Na aanmelding krijgt een cliënt (bij voorkeur samen met een naaste) zo snel mogelijk een gesprek met een ggz-professional, soms aangevuld met een ervaringsdeskundige. Doel is niet om direct een behandeling te starten, maar om samen te bepalen waar iemand aan wil werken en van wie hij of zij hulp wil ontvangen. Dat kan binnen de ggz zijn, maar ook daarbuiten. En dat is precies de kracht: In 2024 vonden 4.500 VG’s plaats en 20% van de cliënten bleek geen specialistische geestelijke gezondheidszorg nodig te hebben en vond een oplossing buiten GGz Breburg! Geen onnodige wachtlijsten, geen mismatch tussen vraag en aanbod, maar een snelle en doeltreffende doorverwijzing naar de juiste plek. Dit gaat zeker niet zonder slag of stoot en het kent de nodige uitdagingen om het VG te verbreden en snel toegankelijk te houden.

Dit vraagt om een fundamentele verandering in hoe we zorg organiseren. In plaats van ‘je past in deze DSM-categorie en daar hoort een standaardbehandeling bij,’ wordt gekeken naar de bredere context. Wat speelt er echt? Is er werkgerelateerde stress, financiële onzekerheid of eenzaamheid? Dan kan de oplossing ook in het sociale domein liggen, zonder dat er direct een psycholoog of psychiater aan te pas hoeft te komen.

Een andere rol voor zorgprofessionals

Voor professionals betekende deze verandering nogal wat. De standaard intake, waarin de beschrijvende diagnose de basis vormt en een behandelplan werd bepaald, verdween. In plaats daarvan moesten ze leren luisteren en vertrouwen op de vraag van de cliënt. En dat is spannend. Een zorgprofessional is gewend om direct te handelen, maar in de MG’s draait het juist om faciliteren, stimuleren en het eigenaarschap bij de cliënt leggen. Van der Sterren verwoordde het treffend: “De gemiddelde psycholoog kijkt 1 uur per week mee. De cliënt zelf 167 uur. We moeten een meer dienende houding aannemen en de cliënt laten kiezen wat het beste past.”

Dit betekent niet dat specialisatie verdwijnt. Integendeel: GGz Breburg heeft nog steeds specialistische centra, bijvoorbeeld voor eetstoornissen en bipolaire stoornissen. Maar ook deze teams werken samen met de MG’s, waardoor er veel flexibeler wordt samengewerkt en kennis wordt gedeeld.

Innovatie in de zorg: je verbouwt met de winkel open

GGz Breburg had geen uitgewerkt masterplan. Ze wisten dat het anders moest, maar niet precies hoe. Dus begonnen ze gewoon. Verbouwen met de winkel open, zoals Elke het noemde. Dat vraagt om lef, vertrouwen en de bereidheid om gaandeweg bij te leren.

Een belangrijke les is dat verandering tijd kost. De MG’s worden nu genoemd in het Integraal Zorgakkoord (IZA), maar dat betekent niet dat er direct een landelijke blauwdruk ligt. “We willen geen model dat alleen op papier klopt, het moet werken in de praktijk,” aldus Elke.

Een ander leerpunt is dat samenwerking cruciaal is. Huisartsen spelen een sleutelrol in de MG’s en nemen deel aan multidisciplinaire overleggen (MDO’s). Dit voorkomt dat mensen onnodig naar de specialistische ggz worden verwezen. Maar samenwerking vraagt ook om andere manieren van bekostiging. Het VG werd tot 2025 nog niet gefinancierd, terwijl het juist kosten bespaarde. Inmiddels is er voor 2025 vergoeding beschikbaar, al zitten hier nog wel specifieke voorwaarden aan waar niet altijd aan voldaan kan worden. Dit soort financiële barrières zijn herkenbaar in veel zorgsectoren: innovaties die op de lange termijn geld besparen, moeten vaak eerst een manier vinden om in het huidige systeem te passen. Maar ga daar niet op wachten voordat je begint!

Wat kan de rest van de zorg hiervan leren?

1. Kijk naar de vraag, niet naar het aanbod. Veel zorg is nog steeds georganiseerd vanuit wat beschikbaar is, niet vanuit wat nodig is. De MG’s laten zien dat het anders kan.

2. Durf buiten de lijntjes te kleuren. Niet alles hoeft binnen de muren van de zorginstelling te worden opgelost. Soms is ondersteuning bij werk of financiën effectiever dan therapie.

3. Betrek de cliënt actief. Eigenaarschap bij de cliënt leidt tot betere resultaten en voorkomt onnodige zorg.

4. Verander met de praktijk mee. Niet alles hoeft vooraf perfect uitgedacht te zijn. Start, leer en pas aan.

5. Werk samen en deel expertise. Door professionals uit verschillende disciplines samen te brengen, worden wachtlijsten korter en de oplossingen beter.

GGz Breburg bewijst dat zorg anders georganiseerd kan worden. De MG’s zijn niet alleen een oplossing voor de ggz, maar bieden inspiratie voor de hele zorgsector. Want of het nu gaat om de huisartsenzorg, ziekenhuiszorg of ouderenzorg – overal lopen we tegen dezelfde vragen aan: Hoe krijgen we de juiste zorg op de juiste plek? Hoe houden we zorg toegankelijk? En hoe zorgen we ervoor dat professionals weer met plezier hun werk doen?

Misschien is het antwoord wel eenvoudiger dan we denken: begin met luisteren. Écht luisteren. Want soms is de beste zorg niet de zorg die we gewend zijn om te geven.

Ontzettend bedankt voor het inspirerende gesprek Elke van der Sterren, directeur bedrijfsvoering bij GGz Breburg!

Benieuwd naar nog meer voorbeelden en wilt u ook zelf aan de slag gaan met het leren van andere sectoren? Bestel dan mijn boek ‘Wat de zorg kan leren van … - 46 eyeopeners uit andere sectoren’ via deze link.

Mastvlaggen van GGZ Breburg