Wat de zorg kan leren van... de Academie voor Patiënt en Mantelzorger
Deze blog is geschreven door Joris Arts.
Ik heb er de afgelopen jaren een sport van gemaakt om buiten de grenzen van de zorg op zoek te gaan naar oplossingen voor de problemen waar wij in de zorg tegenaan lopen. Ik ben met heel veel mensen in contact gekomen die geweldige dingen doen. Ik kom ook regelmatig organisaties binnen de zorg tegen die net zo goed een les voor de collega’s in de zorg kunnen zijn. Ik schreef bijvoorbeeld al eerder over Wat de zorg kan leren van… Kindergeneeskunde.
Deze week schrijf ik weer over zo’n initiatief vanuit de zorg, waar wij naar mijn mening veel van kunnen leren: De Academie voor Patiënt en Mantelzorger (APM). Ik werd hier onlangs door mijn NVTZ-collega Marius Buiting op gewezen en was meteen gefascineerd door dit mooie project. Het contact met de organisatie was snel gelegd en dat leidde tot een gesprek met Matthijs Bosveld, die nauw betrokken is bij dit initiatief. Matthijs is arts-onderzoeker en promoveert op actieve patiëntenparticipatie in onderwijs en zorg.
De APM is opgericht in 2018. Het idee hiervoor ontstond toen er bij het opleidingscentrum van het MUMC+ de vraag kwam of hun docenten naast het verzorgen van scholing aan professionals, dit ook voor patiënten en mantelzorgers zouden kunnen organiseren. Zo begonnen zij met het breder inzetten van hun expertise en het bieden van een platform waar ook niet-professionals essentiële vaardigheden kunnen leren. De doelstelling was om patiënten en mantelzorgers meer zelfredzaam te maken. Dus nadrukkelijk niet om de workload van de zorgprofessionals te verlagen, dat is slechts een mooie bijvangst. Patiënten en mantelzorgers worden dan ook niet verplicht om deel te nemen maar krijgen de gelegenheid als ze dat willen.
Bij de APM organiseren ze centrale scholingen door verpleegkundigen waarbij ze uitleg geven over drie thema’s:
1. Verpleegtechnische handelingen: Denk aan het druppelen van ogen met een druppelbril, het aantrekken van steunkousen met een kousenhulp, het spuiten van bloedverdunners en het verwisselen van intraveneuze antibiotica. Deze praktische vaardigheden zorgen ervoor dat patiënten en mantelzorgers meer zelfredzaam worden en minder afhankelijk zijn van zorgprofessionals.
2. E-health: Het leren gebruiken van digitale hulpmiddelen. Patiënten en mantelzorgers leren bijvoorbeeld hoe ze online contact kunnen leggen met hun hulpverlener en hoe ze hun weg kunnen vinden in een online zorgomgeving. Dit vergemakkelijkt de communicatie en maakt het eenvoudiger om toegang te krijgen tot zorgdiensten.
3. Chronische ziekten: Deze programma’s helpen mensen omgaan met een chronische aandoening. Ze leren hoe ze hun aandoening in hun dagelijks leven kunnen integreren en krijgen handvatten om hun gezondheid actief te beheren. Dit draagt bij aan een betere kwaliteit van leven en minder druk op de zorginstellingen.
De resultaten van de APM zijn indrukwekkend. In de afgelopen jaren zijn tussen de 1250 en 1500 patiënten en mantelzorgers per jaar getraind. Bovendien worden de trainingen steeds vaker transmuraal aangeboden, waardoor de kennis en vaardigheden die in het ziekenhuis worden opgedaan, beter kunnen worden toegepast in de thuissituatie. Een kwalitatieve studie gepubliceerd in juni ’24 concludeerde dat de mensen die betrokken zijn bij de APM ervoeren dat de activiteiten bijdragen aan de ontwikkeling van zelfmanagement. Hetzelfde geldt voor de verbetering van arbeidsomstandigheden doordat men de instructies niet meer hoeft te doen op een drukke werkvloer. Tot slot verwachtten deelnemers dat het beroep op formele zorg afneemt en de gelijkheid in de gezondheidszorg bevorderd wordt. Win-win-win-win!
Uitdagingen en oplossingen
De academie heeft ook te maken gehad met uitdagingen. Binnen organisaties zijn er bijvoorbeeld vaak ‘eigen winkeltjes’ van zorgprofessionals met specifieke taken die deze al jarenlang uitvoeren. Je kunt dan denken aan stoma- of wondverpleegkundigen wiens taak het is om deze instructies te geven. Het centraliseren van instructies en ondersteuning kan daar veel weerstand oproepen. Het blijkt in de praktijk belangrijk om op plekken te beginnen waar de nood het hoogst is en vervolgens de behaalde voordelen te laten zien. Een goed voorbeeld daarvan was het trainen in het toedienen van subcutane injecties. Het vergt desondanks een lange adem en een cultuurverandering binnen de organisaties. Er wordt echter steeds meer vooruitgang geboekt en men ziet dat de voordelen uiteindelijk overtuigen.
Met de oprichting van Stichting KOMPAZ in maart 2024 is er nu een organisatie die zich richt op de opschaling en doorontwikkeling van de APM naar andere zorgorganisaties. Het doel is om de praktische en wetenschappelijke kennis die is opgedaan, beschikbaar te maken voor heel Nederland en deze vervolgens aan te passen aan de specifieke behoeften van de verschillende regio’s. Via de stichting worden zo continu ervaringen uitgewisseld om van elkaar te leren. Daarbij vormt de APM vooral een startpunt, waar ze mét elkaar op voortbouwen. Inmiddels zijn 25 organisaties aangesloten en het eerste initiatief volgens deze aanpak is inmiddels geïmplementeerd: Zelfzorg Thuis in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen.
Een belangrijk aspect van de opschaling is het overwinnen van het bekende ‘not invented here’-syndroom. Dit was ook een van de redenen om de aparte stichting, zonder winstoogmerk of franchise-formule, op te richten en het niet een project van het MUMC+ te laten blijven.
En nu?
De toekomst van de academie ziet er veelbelovend uit. Er wordt hard gewerkt aan verdere opschaling en integratie van de programma’s in de eerste en nulde lijn en het sociaal domein. Zo krijgen patiënten en mantelzorgers al vroeg in het zorgproces toegang tot de benodigde kennis en vaardigheden. Daarnaast wordt er gekeken naar manieren om de trainingen nog toegankelijker te maken, bijvoorbeeld door online modules aan te bieden via het leerplatform.
De APM laat zien hoe belangrijk zelfmanagement is. Door patiënten en mantelzorgers te ondersteunen en te betrekken bij hun eigen zorgproces, kunnen we niet alleen de kwaliteit van leven verbeteren, maar ook de efficiëntie van de zorg verhogen én het werkplezier vergroten. Een mooi voorbeeld wat mijns inziens op heel veel plekken in de zorg zou kunnen worden toegepast!
Dank je wel Matthijs Bosveld, arts-onderzoeker Maastricht University en bestuurslid van Stichting KOMPAZ Nederland! Ik kijk uit naar de verdere ontwikkelingen van jullie inspirerende academie. En veel dank voor jouw tip Marius Buiting, Directeur NVTZ!
Benieuwd naar nog meer voorbeelden en wilt u ook zelf aan de slag gaan met het leren van andere sectoren? Bestel dan mijn boek ‘Wat de zorg kan leren van … - 46 eyeopeners uit andere sectoren’ via deze link.