Living Lab GGZ test met radartechnologie
Op welke wijze kunnen cliënten (en hun naasten) en medewerkers worden ondersteund in het vroegtijdig herkennen en afzwakken van escalaties? Dat was de kernvraag waarmee project Living Lab GGZ startte. Het Living Lab is een samenwerkingsverband tussen GGZ Friesland, GGZ Noord-Holland-Noord, Reinier van Arkel, Technische Universiteit Eindhoven en AAG. De intensieve samenwerking leidde tot de ontwikkeling van een radarsysteem dat tot op de centimeter – in principe alleen in noodsituaties – kan registreren wat een cliënt doet. Lijkt dat niet erg veel op ‘Big Brother is watching you’? Integendeel: het biedt – naast de nodige bewegingsvrijheid én veiligheid – veel voordelen. Zowel voor de cliënten als voor de medewerkers van de zorgorganisatie. Het vormt daarmee een goed alternatief voor reguliere camera’s die vandaag de dag bij veel zorgorganisaties worden ingezet.
Projectleider Roger Boersma (AAG) vertelt samen met Sicco Bruinsma (Innovatiemedewerker bij GGZ Friesland) en Willem Brekelmans (TU/e) wat het uitgangspunt vormde voor het project. Roger: “We hadden als doel hulpmiddelen te ontwikkelen waarmee escalaties in een vroeg stadium kunnen worden herkend. Er is voorafgaande aan een suïcidepoging immers meestal sprake van een spanningsopbouw. Daarom is registratie ook wenselijk buiten een noodsituatie.
Preventie dus, zowel in de thuissituatie als binnen de HIC (High & Intensive Care). En altijd met de cliënt centraal. Het project was in eerste instantie gericht op cliënten en medewerkers binnen de HIC, met als doel bij onstabiele cliënten vroegtijdig escalaties en suïcides te herkennen binnen de kliniek. Dit zowel in de dag- als in de nachtsituatie en met zo weinig mogelijk inbreuk op de privacy van de cliënten.”
Concept
Het concept werd als volgt omschreven: ‘Stel je eens voor dat er een mobile device zou zijn dat je als medewerker plug-and-play in elke ruimte zou kunnen ophangen. Een apparaat dat op slimme wijze in staat is om iemands essentiële lichaamswaarden te monitoren. En een apparaat dat tevens in staat is om bewegingen waar te nemen zodat bijvoorbeeld suïcides kunnen worden herkend. Stel je daarbij voor dat er enkel hoognodige data wordt gedeeld en verzameld. Dit zodat de privacy van de cliënt wordt gewaarborgd en je als medewerker enkel de meldingen ontvangt die echt van belang zijn. Je verkrijgt daarmee niet alleen een tool die jou als medewerker kan helpen om het overzicht te bewaren, maar je kunt daarmee de cliënt ook op een prettige manier veiligheid en een goede nachtrust bieden!’
Afbeelding: Vayyar Radarmodule
‘Pointcloud’
Sicco: “In GGZ-instellingen verblijven nu eenmaal mensen die zichzelf in gevaar kunnen brengen. Suïcidepreventie is dan ook een belangrijke doelstelling, maar daarbij wil je zo weinig mogelijk belastende technieken gebruiken. En vanwege de privacywetgeving vallen ook veel mogelijkheden weg. Aan de andere kant zien we nu vaak dat verzorgenden heel veel tijd besteden aan situaties waarvan ze denken dat er een probleem is. Dat is met name het geval bij mensen die verward zijn. Die zijn vaak angstig, en hebben weinig zelfvertrouwen. Dus moeten de verzorgenden hen goed in de gaten houden. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is dat een forse belasting voor de medewerkers.”
Willem: “De techniek van sensoren op iemands lichaam aanbrengen, was al langer bekend. Technologie waarmee je bijvoorbeeld stress kunt meten, is er ook al. Roger zocht via de TU/e contact met mij. Ik was destijds student Bsc Electrical Engineering/Msc AI Engineering Systems. Later heb ik als freelancer aan dit project gewerkt. We zijn op zoek gegaan naar een systeem waarmee je kunt zien waar iemand is en wat diegene doet en waarmee je de basale lichaamswaarden kunt meten. Niet door gebruik te maken van camera’s, want dat is erg privacygevoelig. En ook niet met behulp van draagbare sensoren waarmee je de cliënt belast, maar met radartechnologie en met behulp van een pointcloud-model. Daarmee is de persoon zelf niet zichtbaar, maar kun je wel zien hoe die zich door de ruimte beweegt. Of juist niet. Iemand die heel lang in bed ligt, lijdt wellicht aan een depressie. Iemand die boven de vloer ‘zweeft’ of bij de deurklink zit, wil zich mogelijk verhangen. Pas als er een noodsituatie dreigt, worden verzorgenden gealarmeerd.”
Afbeelding: Pointcloud Model
Bestaande techniek in nieuw domein
Het was niet de bedoeling om een heel nieuw systeem te ontwerpen: er was immers al veel techniek voorhanden. GGZ Friesland had grote interesse in de ontwikkeling van dit Living Lab, en stelde – na overleg met de psychiaters en de behandelaars – de HIC-locatie beschikbaar. Enkele proefpersonen (medewerkers van de GGZ ) waren bereid om alle handelingen uit te voeren die het experiment van hen vroeg. Sicco: “We hadden al de nodige stappen gezet, want bij GGZ Friesland kijken we graag vooruit. Daarom kregen we ook de vrijheid om het experiment uit te voeren. Bij suïcidepreventie is detectie van de ademhaling een belangrijke indicator, net als het liggen op de grond of het verblijven op ‘rare’ plekken. Bijvoorbeeld als iemand op de vensterbank klimt. We gingen ervan uit dat we met dit systeem wellicht een belangrijk instrument zouden ontwikkelen waarmee escalaties vroegtijdig kunnen worden gedetecteerd – en hopelijk kunnen worden voorkomen.”
Scenario’s
Het resultaat van de zoektocht was de samenwerking met het Israëlische bedrijf Vayyar. Dat is in staat om activiteiten te tracken met radar (lopen, liggen, zitten, vallen). Met het systeem is het bovendien mogelijk om nieuwe vormen van gedrag te leren herkennen. Daglicht is niet noodzakelijk bij deze technologie. Hierdoor wordt het in de nachtsituatie bijvoorbeeld mogelijk om eenvoudig te zien of iemand op bed ligt, rondloopt of wellicht gevallen is. Dit zonder dat de privacy in het geding komt en cliënten hoeven te worden gestoord. Daarnaast kan iemands ademhaling gescreend worden op het moment dat de persoon zit of ligt. Samen met Vayyar, dat het radar- en pointcloud-systeem ontwikkelde, én de behandelaars en verpleegkundigen werd een aantal scenario’s bedacht, waarbij alle mogelijke onderdelen werden gemeten: niet alleen ademhaling, lichaamshouding, activiteiten, onrust en gevaren, maar ook vals-alarmsituaties.
Video: Scenario 11.3: patiënt gaat op de grond liggen, kan onwel zijn of door nihilistisch gedrag
Video: Scenario 2.2: patiënt is moe en gaat even slapen, beweegt onrustig in bed
Proef
Tijdens de proef bij GGZ Friesland werden een aantal dagen tests uitgevoerd. De tracker bleek op een groot aantal onderdelen heel goed te functioneren (70 à 80 procent) maar niet voldoende om het systeem in te zetten voor suïcidepreventie. Zo werd het staan op meubels te kort gemeten voor effectief gebruik. ‘Wilde’ bewegingen werden wel geregistreerd, maar de aard van de beweging was niet duidelijk genoeg als de testpersoon te dicht bij de sensor stond of zat. Desondanks kunnen ze wel waardevol zijn bij het opstellen van een preventief rapport.
De herkenning van ademhaling bleek wel te werken maar alleen wanneer de testpersoon voldoende stil zat of lag. Daarnaast was er sprake van een vertraging voordat ademhaling werd gedetecteerd. Weliswaar gaat het maar om 30 seconden, maar in geval van een suïcidepoging is dat lang. Kortom: experiment grotendeels geslaagd, maar (nog) niet direct bruikbaar voor GGZ-instellingen.
Video: Scenario 8.2: patiënt ligt op bed en krijgt paniekaanval met versnelde ademhaling
Op het goede spoor
Roger: “Dit is een mooi voorbeeld van onderzoekend leren. De conclusie van het experiment in Friesland was dat het systeem zeker potentie heeft, maar het is zeker nog niet ‘af’ en lijkt eerder geschikt voor andere sectoren en doelgroepen. Uiteindelijk is er daarom voor gekozen om het project niet door te ontwikkelen binnen de HIC c.q. de GGZ-instellingen. Elders willen we daar wel mee doorgaan want het experiment in Friesland heeft overtuigend aangetoond dat het radar- en pointcloud-systeem in bepaalde situaties wel degelijk een goede vervanging kan zijn van de reguliere camera en dat het bovendien totaal niet belastend is voor de cliënt. Die heeft een kastje van geringe afmetingen aan de muur (vergelijkbaar met een WiFi-kastje). De cliënt wordt op geen enkele manier belemmerd door sensoren e.d. Bovendien wordt de cliënt niet ‘in de gaten gehouden’ want er zijn geen beelden.”
Willem: “Dat maakt het systeem naar verwachting goed bruikbaar op zorglocaties waar mensen met bijvoorbeeld dementie wonen. Zij zijn ook vaak verward en angstig, en je ziet dat ze gaan ‘dwalen’. Met het radar- en pointcloud-systeem kun je beweeg- en gedragspatronen herkennen en zie je dus sneller dat er iets niet goed gaat. Daardoor is het naar alle waarschijnlijkheid ook interessant voor bijvoorbeeld mensen met gedragsproblematiek in de gehandicaptensector.
Roger: “Bij mensen die te maken krijgen met dementie of onbegrepen gedrag zien we veel mogelijkheden om hun een prettige en veilige leefomgeving te bezorgen en tegelijkertijd de zorg te ontlasten. We stellen de technologie dan ook graag beschikbaar aan instellingen en zorgorganisaties die er – al lerend en onderzoekend – mee aan de slag willen.”
Privacy
Ondanks het feit dat er geen beelden worden opgenomen (en dus ook niet bewaard), speelt ook hier natuurlijk het aspect van de privacybescherming een rol. Roger: “Het gaat om hoogwaardige technologie, maar ook hier staat de mens altijd centraal. In principe vragen we de cliënt om toestemming. Als dat niet kan, overleggen we met de familie. Bij GGZ Friesland hebben we ook gesproken met de wetenschappelijke commissie, want die had natuurlijk ook de nodige vragen. Bij het zien van de beelden die de tracker produceert, waren ze al snel overtuigd dat dit systeem veel minder inbreuk maakt op de privacy van de cliënt dan bijvoorbeeld camera’s en dat het een belangrijke signalerende functie kan hebben. Overigens kan het systeem ook eenvoudig worden verwijderd, bijvoorbeeld als een cliënt of de familie niet langer wil meewerken. Tijdens de proef hebben we overigens alleen met figuranten gewerkt. Het systeem is momenteel nog niet geschikt voor de beoogde doelgroep.”
Vervolg
Roger: “Zoals aangegeven is ervoor gekozen om het radarsysteem niet verder door te ontwikkelen binnen de High & Intensive Care omdat de potentie hier op dit moment niet groot genoeg is. Neemt niet weg dat we tijdens de proef hebben ondervonden dat het systeem voor veel andere doelgroepen wél ontzettend interessant lijkt te zijn! We komen daarom graag in contact met geïnteresseerden uit bijvoorbeeld de ouderenzorg of gehandicaptenzorg zodat we het systeem samen met hen kunnen doorontwikkelen in de praktijk.”
Er loopt op dit moment nog een andere proef binnen het Living Lab. Dit betreft een proef waarbij met behulp van slimme draagbare sensoren spanning in het lichaam gemeten kan worden, en waarbij een app de gebruiker vroegtijdig kan waarschuwen om zo een escalatie te voorkomen. Het device vormt daarmee als het ware een verlengstuk van de behandelaar en een belangrijk hulpstuk voor de cliënt. Hierover later meer!
Heb je als zorgorganisatie interesse in de doorontwikkeling van het radarsysteem of wil je graag inzage krijgen in het onderzoeksrapport? Je kunt contact opnemen met Roger Boersma van AAG, r.boersma@aag.nl.
