daya
Dit innovatieproject richt zich op de ontwikkeling van een innovatie die de prangende behoefte binnen thuiszorgorganisaties naar efficiency met gelijktijdige kwaliteitsverhoging in de zorgverlening ondersteund. In de combinatie van een internet-of-things device gekoppeld aan een geavanceerde infrastructuur ondersteund met artificial intelligence ontstaat dit concept genaamd ‘daya’.
De Nederlandse bevolking is al enkele jaren flink aan het vergrijzen, het percentage 75-plussers dat in een verpleeghuis woont neem steeds verder af; 92 procent in deze leeftijdscategorie woont op dit moment zelfstandig thuis (cbs.nl). Dit wordt ingegeven door de overheid (gemeenten) die thuis wonen aanbeveelt boven een verpleeghuis. Gelijktijdig met deze trend neemt het absolute aantal zorgbehoevenden toe. Om de stijgende zorgkosten veroorzaakt door deze trend in bedwang te houden wordt er naar gestreefd zorgbehoevenden zo lang mogelijk thuis te laten blijven wonen. Om dit te realiseren heeft er in de zorgsector een decentralisatie plaatsgevonden van zorg vanuit een landelijk orgaan richting zorg die dichter bij de bewoners zelf wordt georganiseerd. Het gevolg hiervan is dat er een groeiend beroep wordt gedaan op het aantal mensen in de thuiszorg, mantelzorgers en familieleden en de expansie van de door hen uit te voeren taken. Concreet zien we dit al terug in de groeiende hoeveelheid taken en verantwoordelijkheden van de thuis- en mantelzorger (cz.nl).
Echter, met de uitvoer van de zorgprocessen op de huidige manier in combinatie met de verwachte groeiende groep zorgbehoevenden wordt het leveren van zorg nagenoeg onbetaalbaar voor (lokale) overheden (e.g. gemeenten en verzekeraars, hierna: zorgbetalers). Bijkomend gevolg is dat er dusdanig op kosten gestuurd gaat worden dat aandacht voor de levenskwaliteit van de zorgbehoevende thuiswoners (hierna: cliënten) en de persoonlijke aandacht wegvalt. Hetgeen cruciaal is voor het mentale welbevinden van cliënten en daarmee gezondheid, maar daarnaast ook voor het plezier van zorgmedewerkers in hun werk, wat cruciaal is gezien de groeiende behoefte aan personeel in deze sector. Op dit moment is namelijk al 14,1% van de Nederlandse bevolking werkzaam in de zorg (cbs.nl).
Tijdens het haalbaarheidsonderzoek, ondersteund door de MIT Haalbaarheidssubsidie, is gesproken met verscheidene werknemers in de thuiszorg. Die gaven aan dat de werkzaamheden zich kenmerken door toenemende administratie- en controleprocessen, waarbij deze werkzaamheden voor een groot deel ten koste gaan van de al beperkte zorgtijd. Anderzijds wordt deze administratie - veelal papierwerk - door tijdsdruk ook slordig of ongestructureerd bijgehouden. Dit heeft vaak als gevolg dat er additionele controleprocessen in het leven worden geroepen met als resultaat toenemende overheadkosten. Dit proces lijkt te leiden tot een versterkende kostenverhogende vicieuze cirkel.
Bovenstaande ontwikkelingen en bevindingen vragen erom dat thuiszorg processen anders georganiseerd gaan worden. Tijdens de haalbaarheidsstudie is er uitvoerig gezocht naar de meest concrete problemen mogelijke oplossingen hiervoor. Specifiek dient er optimalisatie plaats te vinden binnen de componenten: kosten, zorgkwaliteit, controle, juridische verplichtingen, persoonlijke aandacht en verminderde werkdruk en stress. Tijdens het technische onderdeel van het haalbaarheidsonderzoek kwam naar voren dat veel digitaliseringstrajecten zich enkel richten op sub-processen in de thuiszorg en geen integrale benadering aanhouden, waardoor de meerwaarde beperkt blijft.
Binnen dit project wordt de daya (hardware) gecombineerd met het daya Platform, wat een integrale oplossing biedt voor zorgorganisatie in de optimalisatie van processen in de thuiszorg. Ofwel, de combinatie van geavanceerde, maar zeer gebruiksvriendelijke hardware bij de cliënt thuis, gekoppeld met een platform dat de informatie- en datastromen voor zorgprocessen centraliseert en verbindt met verschillende partijen in de keten (e.g. cliënt, zorgmedewerker, zorgorganisatie, zorgbetalers) dient ertoe te leiden dat bovengenoemde problematiek voor een groot deel wordt opgelost.
Daarnaast dient de daya en bijbehorend platform niet alleen voor het leveren van een optimalisatieslag, met positieve gevolgen voor de zorgkwaliteit en reductie van kosten. Maar ook als middel om de levenskwaliteit voor thuiswonende cliënten te verhogen. Tijdens de haalbaarheidsstudie kwam namelijk naar voren dat deze groep veel stress, zorgen en onveiligheid ervaart door onduidelijke of beperkte informatievoorziening. Een oplossing hiervoor ligt in de centralisatie van informatie en goede communicatie hiervan richting de cliënt zodat deze precies weet waar ze aan toe is met betrekking tot de geboden thuiszorghulp.
Een IoT-device wat de stress bij zowel de zorgbehoevende als de zorgverlenende partij wegneemt.
De hoofddoelgroep bevindt zich in eerste instantie in de thuis- en ouderen zorg. Waarbij zowel de zorgverlenende partij als de zorgbehoevende en zorgbetalende partij als doelgroep worden gezien.
Momenteel werken er ongeveer 250.000 mensen in de thuiszorg (Bron Actiz). Op basis van onze aanname dat men 30 minuten per week efficiënter kan werken, levert dat een verbetering op van 30/60 minuten * €35 werkgeverslasten per uur * 46 werkende weken = €805 besparing per medewerker. Indien we uitgaan dat 20% van de cliënten toegang heeft tot de daya, dan zal de efficiencyverbetering ook maar effect hebben op 20% van de zorgmedewerkers. Dit gegeven levert derhalve een besparing op van 20% * 250.000 * €805 = €40,25 miljoen per jaar. Op basis van bovenstaande marktgrootte, ontwikkeling en besparingsmogelijkheid die de daya biedt wordt onderstaand het verdienmodel toegelicht.
Het businessmodel van Cordiplan is om de daya via een zorg-as-a-service (hierna: ZaaS) in de markt te zetten. De reden hiervoor is dat de geleverde zorg per cliënt kort van aard is en er dus behoefte is bij zorgorganisaties aan flexibiliteit voor het gebruik van hulpmiddelen als de daya. Hierdoor heeft Cordiplan ervoor gekozen de daya voor €35 per maand per Daya ter gebruik te stellen aan thuiszorgorganisaties, met een maand opzegtermijn. Met deze geboden flexibiliteit kunnen zorgorganisaties eenvoudig op- en afschalen met daarbij goede kostenbeheersing.
De verwachte kosten voor het laten draaien van de daya, indien actief bij een zorgorganisatie bedragen circa €20 per maand per voor hosting, infrastructurele kosten en support. Daarbij liggen de geraamde productiekosten op €100 per Daya. Hiermee komt de operationele marge voor een Daya dat 80% van de tijd in gebruik is per jaar neer op: 9,6 maanden * €15 operationele marge - €100 productiekosten = €44. Ofwel, een marge in het eerste jaar van totaal €44 / €420 = 10,5%.
In de beoogde doelmarkt van de daya concept zijn een aantal concurrerende concepten actief, die zoals eerder vermeld inhaken op een specifiek onderdeel van het zorgverleningsproces. Onderstaand worden de voor de daya concept drie meest relevante concurrenten beschreven.
1. Carenzorg is een app die ervoor zorgt dat een cliënt de controle krijgt over haar/zijn eigen zorg.
De functies van Carenzorg zijn onder andere:
○ De persoon kiest zelf welke zorggegevens gedeeld worden. Zo wordt er privacy gewaarborgd van de cliënten in een veilige omgeving.
○ Door de Carenzorgapp krijgt de cliënt meer grip op de dag. Zo kun je via deze app afspraken maken verdeeld over de dag. Maar zijn ook alle afspraken te vinden die al zijn gepland binnen het zorgnetwerk.
○ Heldere communicatie. Zo kan de cliënt zichzelf, maar ook bijvoorbeeld een mantelzorger, kind of kleinkind toevoegen binnen de app, waardoor zij op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen binnen de zorg. Binnen deze app wordt de rapportage van zorgverleners ook zichtbaar.
○ De cliënt krijgt hierdoor ook inzage in zijn/haar eigen zorgverleners, waardoor een cliënt de controle behoud over zijn/haar eigen zorg.
○ Cliënt kan in deze app het tijdstip van (mogelijke) aankomst zorgverlener zien.
Onderscheidenheid van de daya concept t.o.v. Carenzorg: De Carenzorgapp maakt duidelijk dat er
een behoefte is aan heldere communicatie en overzicht voor wat betreft de zorgtaken bij de client. Het
overzichtsprobleem wordt niet opgelost met het patiëntenportaal en de drempel om contact op te
nemen met de huisarts is heel laag. Beide redenen maken dat het patiëntportaal niet gezien wordt als
ideale oplossing (Zorgimpuls, 2018). Daarentegen fungeert de daya concept als centrale spil tussen
alle communicerende en zorgverlenende partijen, waarbij de client hoofdzakelijk geïnformeerd wordt.
2. MEXTRA is een elektronisch cliëntendossier dat zich aanpast aan de unieke zorgproces van de patiënt. waarin hulpverlener, cliënt en de sociale omgeving van de cliënt samen kunnen werken aan de zorgvraag die leeft.
De functies van Mextra zijn onder andere: Het elektrische cliëntendossier, welke houvast biedt aan zorgprofessionals, cliënten en hun netwerk. Hierdoor voldoet iedere zorgprofessional ook aan alle wetten- en regelgevingen. Betrokkenen herkennen uw werkwijze en zienswijze in MEXTRA. Zorgprofessionals voelen zich zo ondersteunt in het methodisch werken en cliënten ervaren houvast in de begeleiding. Het digitale zorgdossier is niet langer een administratieve last, maar een handige tool voor zorgprofessionals en cliënten. Alle informatie heeft een logische plaats en kan eenvoudig samengevoegd worden. Om toegang te krijgen voor MEXTRA is voor alle betrokkenen op dezelfde eenvoudige wijze beschikbaar. Zorgprofessionals ontvangen ondersteuning in de voortgang van he methodische handelen, waardoor de kwaliteit van zorg stijgt. Een clinisch zorgproces is lastig te monitoren, waardoor MEXTRA ook gebruikt maakt van de Plan – Do – Check – Act cyclus. De Plan – Do – Check – Act cyclus helpt de kwalitatieve zorg te realiseren. MEXTRA ondersteunt de zorgprofessionals goed om actief te blijven in de cyclus. Zo ontstaat er voldoende ruimte voor de menselijke maat. Voor elke zorgorganisatie is het belangrijk dat er een goede vastlegging wordt gerapporteerd van de voortgang van de zorgtrajecten. Goede verslaglegging is namelijk een basis voor kwalitatieve zorg. MEXTRA maakt dagelijks rapporteren makkelijk voor zorgprofessionals. En managers monitoren eenvoudig de kwaliteit en voortgang.
Onderscheidenheid van de daya concept: Hoewel qua procesondersteuning en integraliteit
MEXTRA en de daya concept een grote overlap hebben zijn er een aantal cruciale verschillen. Het
Daya richt zich intensiever op de cliënt door de communicatie te stroomlijnen. Daarnaast neemt het
Daya concept de administratieve last van de zorgverleners beter uit handen door papierwerk te
vermijden omdat de administratie mondeling met de Daya hardware plaatsvindt. Tenslotte helpt het
Daya Concept met de integrale aansturing van de zorgprocessen, waar MEXTRA zich hoofdzakelijk
focust op het bieden van processtructuren en business intelligence. In tegenstelling tot het
optimaliseren en verbeteren van deze structuren door middel van artificial intelligence zoals het
Daya concept dit doet.
3. De Tessa Plant is een zorgrobot die een cliënt ondersteunt bij het aanbrengen van structuur in het leven van ouderen, meestal ouderen met het ziektebeeld dementie.
Tessa probeert er ook voor te zorgen dat mantelzorger ontlast worden. De Tessa kan namelijk
‘herinneringen’ uitspreken waar een cliënt aan moet denken, die een mantelzorger heeft ingevoerd via
een app. De Tessa kan de cliënten ook activeren en monitoren, bijvoorbeeld om te zeggen dat de cliënt
iets moet gaan eten. De Tessa neemt dus de kleine taken over van de mantelzorger. Uit onderzoek is
gebleken dat Tessa een positief effect heeft op de autonomie en de eigen regie van de zorgvrager.
Daarnaast heeft het een positief effect op de kwaliteit van de zorg, men heeft meer sociaal contact en
minder instructies nodig bij de dagelijkse handelingen. Tessa kan ook persoonlijke muziek afspelen.
Onderscheidenheid van de daya concept: De Tessa plant heeft legt een duidelijke focus op het
terugbrengen van de regie bij de cliënt en het informeren van deze cliënt. Echter ook hier betreft het
de optimalisatie van een subproces. Daar waar de daya concept de informatievoorziening en
herinneringsmeldingen weergeeft, zorgt deze ook aan de kant van de zorgverlenende instanties en de
zorgverlener zelf voor optimalisatieslagen.
De ontwikkeling van een platform dat zich integraal richt op de thuiszorg processen in combinatie met een internet of things device dat de communicatie richting cliënten begrijpelijk en gestructureerd verzorgt is nieuw in deze markt. Dit in combinatie met ondersteuning van de verschillende processen door artificial intelligence (bijvoorbeeld: planning optimalisatie, spraakherkenning) resulteert in een softwareproduct dat in tegenstelling tot huidige systemen op de markt verbeteringsslagen op zowel efficiency als zorgkwaliteit realiseert.
-
De pilot heeft plaatsgevonden binnen één team in de wijkverpleging van Meander. De productontwikkelaar heeft vier werkende devices beschikbaar gesteld voor deze pilot van de Daya unit. Elke deelnemende zorgvrager heeft één van deze devices ontvangen in bruikleen, voor de duur van de pilot. Voor het realiseren van een passende dataverzameling en het verzamelen van waardevolle gegevens, dienden de deelnemende zorgvragers aan een aantal criteria te voldoen. Voor het uitvoeren van de pilot bleek de mogelijkheid tot het plannen van de deelnemers in dezelfde route, het meest belangrijke criterium. Ook was noodzakelijk dat de zorgvragers akkoord gingen met het delen van de NAW- gegevens met de productontwikkelaar. Tevens was een draadloze netwerkverbinding in de woning vereist.
Op basis van een inschatting van het cognitief vermogen van de zorgvrager en zijn/haar digitale vaardigheden om met de Daya unit overweg te kunnen, werden zorgvragers geselecteerd. Ook werd de voorkeur gegeven aan een situatie waarin het gebruik van de Daya unit van meerwaarde is voor desbetreffende zorgvrager. Zorgvragers waarvan de duur van de zorgverlening onzeker of onduidelijk is werden niet benaderd voor deelname.
De pilot heeft plaatsgevonden in de periode van 19 april tot en met 23 april. Bij de vier zorgvragers werd zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek verricht, vormgegeven door middel van semi- gestructureerde interviews en vragenlijsten. De Daya units die werden ingezet, zijn vijf dagen in gebruik geweest bij de zorgvrager thuis. Tijdens deze periode vulde de zorgvrager dagelijks een vragenlijst in over de functionaliteit van het device, voorafgaand aan het zorgmoment in de ochtend. De onderwerpen waarnaar in deze vragenlijst werd gevraagd zijn: Berichtgeving, zichtbaarheid, duidelijkheid, informatie, correctheid en effect van de werking van de Daya unit. De definitieve vragenlijst is gerealiseerd in overleg met de productontwikkelaars van Ipheion en Cordiplan. Met hen is besproken welke vragen van belang zijn voor het onderzoek (persoonlijke communicatie, 29 maart 2021). Na afloop van de pilot vond, met elk van de deelnemende zorgvragers, een semi- gestructureerd interview plaats. In dit interview werd ingegaan op de ervaringen van de zorgvragers met het device en hun mening hierover. Voor het leiden van het interview werd een topiclijst gehanteerd. Voor het opstellen van deze lijst zijn concepten gebruikt uit het Technology Acceptance Model (Davis, 1989) en de System Usability Scale (Brooke, 1996) ter inspiratie voor relevante topics. In de topiclijst komen concepten aan bod die betrekking hebben op een van de gebruikte hoofdtopics; de gebruiksvriendelijkheid, het gebruiksgemak en de toekomstige ontwikkelingen. De interviews zijn, met toestemming van de deelnemende zorgvragers, vastgelegd met behulp van een audio-opname.
De zorg professionals zaten in hetzelfde onderzoek als bij de zorgvragers. De zorgprofessionals die zorg verlenen aan zorgvragers waarbij de Daya unit is geïnstalleerd, werden vooraf geïnformeerd over de werking van de webapplicatie via een instructievideo van de productontwikkelaar (persoonlijke communicatie, 19 april 2021). Tevens zijn zij geïnstrueerd over de vereiste handelingen middels een informatiebrief. Zo kon de de zorgverlener de in- en uitloop registreren met de webapplicatie.
De pilot heeft plaatsgevonden in de periode van 19 april tot en met 23 april. In totaal hebben drie verschillende zorgprofessionals gewerkt met de Daya unit. Tijdens de looptijd van de pilot zijn, middels een audit trail data verzameld over de ervaring van de zorgprofessional (Carcary, 2020). Dagelijks is de desbetreffende zorgprofessional benaderd voor het delen van haar ervaring met de webapplicatie en mening en feedback over de Daya unit. Op basis hiervan hebben tijdens de looptijd van de pilot verdere aanpassingen en ontwikkelingen plaatsgevonden met betrekking tot de aansturing van de devices.
Zuyd hogeschool: Ondersteuning bij het onderzoek
Meander thuiszorg: Uitvoering van de pilot
Na 1 week was men redelijk bekend met het systeem en waren de zorgmedewerkers in staat op de juiste manier terugkoppeling te geven. Conclusie derhalve is dat een vervolg pilot minimaal zal moeten bestaan uit een gewenningsfase van ongeveer 1 week en daarna de daadwerkelijke pilot.
Het voldoen aan AVG/GDPR eisen van de zorgorganisatie is een belangrijke factor in de doorlooptijd.
Het geautomatiseerd uitrollen van software op de dayaunit i.c.m. zelf de wifi instellingen configureren werkt goed.
Het is wenselijk dat er een geluidsignaal wordt gegeneerd als er bericht komt, of een status wijzigt op de daya unit.
De app voor de zorgmedewerkers dient nog verbeterd te worden t.a.v. het aantal handelingen dat door hen uitgevoerd moet worden. Ook dient in een vervolg bepaald te worden wanneer een medewerker status updates moet geven. Of dat de app dit zelf kan doen.
Tijdens de live test werd nogmaals duidelijk dat een koppeling met Nedap (het planningssysteem essentieel is). Tijdens de pilot zijn de roosters, als work-around, op basis van scripts geïmporteerd.
Een mogelijke uitbreiding op de daya unit zou het herkennen van het mobiele toestel van zorgverlener kunnen zijn, zodat automatisch helder is welke medewerker waar wanneer geweest is.
Verder zou bij een "planning is realisatie" aanpak de informatie kunnen helpen om een betere/realistischere inschatting te kunnen doen van de doorlooptijd van werkzaamheden en reistijd.
En zoals tijdens de test al helder geworden is, een nauwkeurigere melding van het aanvangstijdstip van de zorg. Waardoor het nemen van pijnmedicatie voorafgaand aan het zorgmoment op beter gepland kan worden.